Een ladelichter gesnapt.

Woensdagavond 18 april 1906 omstreeks half elf betrapte de vrouw van den sigarenwinkelier J.W. Wassink, wiens sigarenmagazijh De Hoop is gevestigd in de Henegouwerlaan nummer 91, hoek Middellandstraat te Rotterdam, een man in haren winkel, die bezig was de toonbanklade te lichten. Zij greep den dief beet en riep om hulp. De betrapte dief echter greep een borstel en sloeg de juffrouw op het hoofd, haar bovendien stompende en trappende om los te komen. Dit gelukte hem dan ook, waarop hij de straat opvluchtte. Op dat oogenblik kwam daar juist een schrijver bij de politie voorbij en verwittigd van hetgeen er was voorgevallen zette hij, bijgestaan door eenige burgers, den vluchteling na. Nadat men verschillende straten doorgerend was, kreeg men in de Jan Sonjéstraat den dief te pakken. Hij verzette zich geducht en kwam vrij gehavend in den politiepost in de Adrianastraat aan, van waar hij toen naar het bureau van politie in de Witte de Withstraat gebracht werd. In zijn bezit werden papieren gevonden ten name van F.L. van de Langeryt, geboren 28 Mei 1877 te Hoboken; voorts een adreskaart van een Bredaasch logement, van waar hij vermoedelijk het laatst gekomen is, na als ketelmaker te Zwijndrecht bij Antwerpen werkzaam te zijn geweest. De man weigert eenige inlichting te geven omtrent zijn doen en laten hier en was in het bezit van ƒ3.50, vermoedelijk uit de toonbanklade van het sigarenmagazijn De Hoop gestolen.