Weer een Schoolkind vergeten

Rotterdam heeft thans ook zijn vergeten schoolkind! Tot nog toe waren wij er hier voor bespaard gebleven, schreef de Telefoon-correspondent aldaar. Gisteren 24 September 1925 heeft namelijk het langzamerhand chronisch wordend geval zich ook te Rotterdam voorgedaan.

Te vijf uur 's middags 24 september 1925 waren de leerlingen der 5e klasse van de Oranje-Nassauschool, een school voor bijzonder onderwijs aan de Velzenluststraat, naar huis gegaan. Eenige jongens moesten nablijven. Na een kwartiertje was de onderwijzer komen zeggen, dat ook zij konden opruimen. Blijkbaar is dit verkeerd begrepen door den 9-jarigen D. M., wonende op den Beukelsdijk. De jongen had zijn werk nog niet af en verkeerde in de meening, dat dit eerst gereed moest, vóór hij naar huis mocht gaan. De andere jongens gingen weg en M. bleef alleen in het lokaal achter. Te halfzes verliet het hoofd der school, de heer C. de Bruyn, die meende, dat alle kinderen weg waren het gebouw en deed de buitendeur op slot.

Toen de jongen met zijn werk gereed was, liep hij de gang in, om te zien, of de onderwijzer er nog was. Tot zijn schrik bemerkte hij, dat diens fiets, die altijd in de gang staat, weg was. Hij liep naar de buitendeur, doch vond deze op slot. Natuurlijk kwamen den knaap allerlei gedachten aan vergeten kinderen, die den geheelen nacht in de school hadden gezeten, in het hoofd, en hij vergat daardoor, dat de achteruitgang naar de gymnastiekschool altijd open staat. Hij begon luidkeels te schreeuwen en aan de deur te rammelen. Toevallig passeerden juist twee rechercheurs van politie, die den jongen geruststelden en bij den conciërge, die betrekkelijk dichtbij in de Jan Sonjéstraat woont, den sleutel van 't gebouw gingen halen. Te kwart voor zes was de jongen alweer bevrijd. Thuis had men nog niets van zijn achterblijven bemerkt.

Het hoofd der school wees er nog op, al was de jongen niet door de rechercheurs opgemerkt, hij toch niet lang meer opgesloten had behoeven te blijven, daar om zes uur de vrouw van den conciërge altijd weer in het gebouw komt voor het schoonmaken der lokalen. Maar, zoo voegde de heer De Bruyn hieraan toe, ik kan u de verzekering geven, dat het niet meer gebeuren zal. Het is een goede les geweest en wij zullen voortaan 's avonds voor het sluiten der school nagaan, of er iemand achterblijft.