Twee beruchte inbrekers na achtervolging over daken gegrepen.

Gister nacht 10 mei 1929 heeft de Rotterdamsche politie, dank zij de activiteit van een burger, een bijzonder goede vangst kunnen doen, zoodat twee beruchte Rotterdamsche inbrekers, de gebroeders K., thans achter slot en grendel zitten.

Dit tweetal had zich namelijk in den loop van den nacht, vermoedelijk over de daken van aangrenzende panden, toegang weten te verschaffen tot de pettenfabriek van voorheen Wolf en Zonen aan de 1e Middellandstraat 110.

Toen zij echter goed en wel aan het werk zouden gaan had een hunner het ongeluk, een ruit te breken. Dit werd door een voorbijganger gehoord, die onmiddellijk de politie waarschuwde. Het gevolg was, dat binnen zeer korten tijd het geheele huizenblok waarin de fabriek is gelegen, werd afgezet, zodat ontvluchten onmogelijk zou zijn.

De inbrekers, die bij de brandkast aan het werk waren gegaan, bemerkten spoedig het onraad en klommen weer op de daken, achternagezeten door eenige politiemannen.

De kerels gaven zich echter niet spoedig gewonnen en sprongen door een dakraam, dat met een hor was afgesloten. Zoo kwamen zij in een pand, dat uitgang heeft in de Jan Sonjéstraat. Zij stormden de trappen af, wisten de voordeur te openen en stonden op straat. Reeds wilden beide de vlucht nemen, toen zij een agent zagen. Deze riep hun het „halt” toe en loste als waarschuwing een schot in de lucht.

De inbrekers bemerkten toen, dat er niets meer aan te doen was en lieten zich arresteeren. Zij zijn de 36-jarige G. K. en diens broer de 32 jarige J.J. K. Bij fouilleering werden electrische zaklantaarns en loopers op hen gevonden. Het bleek, dat zij in de fabriek het kantoor hadden overhoop geld en op energieke wijze begonnen waren, de brandkast te forceeren.

Een inbrekerszak en een stel zeer gevaarlijke uitstekende inbrekerswerktuigen, waaronder een zware koevoet met verlengstuk, tangen en scherpgemaakte breekijzers hadden zij bij hun vlucht moeten achterlaten. Hieruit en uit het verleden der heeren bleek voldoende dat men met vaklui te doen had. Beiden zijn, zooals gezegd, goede bekenden van de politie, kort geleden uit de gevangenis ontslagen.

Het tweetal heeft, daar er niets anders opzat, volledig bekend.