Start crisiscentrum in gevaar door uitblijven subsidie

Van een onzer verslaggevers

Rotterdam — De zes reeds aangetrokken medewerkers voor het drug-crisiscentrum aan de Jan Sonjéstraat, vrezen ernstige vertraging in de openstelling van het gebouw. Per 1 april 1979 zou het de deuren moeten openen, maar blijkens een noodkreet van de hulpverleners is deze datum ernstig in gevaar.

Volgens hen komt dit door een laks reageren van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, de belangrijkste geldschieter voor het centrum.

Het ministerie zegt eerst een landelijke studie te willen afwachten voordat het geldmiddellen verstrekt voor het project aan de Jan Sonjéstraat. Maandag 19 maart 1979 willen de crisiswerkers hierover opheldering van de ambtelijke werkgroep die is ingesteld voor het opzetten van het centrum.

Rotterdam heeft toegezegd en al grotendeels waargemaakt ƒ35.000 in het project te stoppen. Het pand aan de Jan Sonjéstraat is voor dit doel aangekocht en reeds voor een groot deel door vrijwilligers opgeknapt.

Over de medewerking van Rotterdam zeggen de vrijwilligers geen klagen te hebben. Maar over de medewerking van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk uiten zij zich minder gunstig. Doordat Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk het (nog) laat afweten, hebben de vrijwilligers uit eigen zak reeds een flink bedrag geput voor de opknap van het crisiscentrum.

„Eén van ons heeft er al ruim drieduizend gulden ingestoken”, aldus één der aangenomen medewerksters. „Dit kan zo niet doorgaan, zonder financiële steun van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk is ons project bij voorbaat al tot mislukken gedoemd, en dat terwijl er verschrikkelijk veel behoefte aan is. Door die houding van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk dreigen wij verschrikkelijk gedemotiveerd te raken. De onzekerheid is slopend. Niemand kan ons iets zinnigs vertellen.”