Jan Sonjéstraat

Distributiewetzaken.

In de Tweede Middellandstraat is een bewoner van de Jan Sonjéstraat aangehouden, die een kaas vervoerde, welke bovendien boven den maximumprijs was gekocht van een bewoner van de Delftschestraat. In de Delftschestraat zijn daarop nog 62 kazen in beslag genomen.

Een nieuwe truc.

De politie waarschuwt tegen de praktijken van iemand die voorgeeft J. de G. te heeten en in de Jan Sonjéstraat te wonen, daar hij verdacht wordt in de bladen advertenties te plaatsen, in welke, tegen de verplichting van het schoonhouden van kantoren, vrije woning wordt aangeboden.

Bewoners van de Taborstraat en Wandeloordstraat, die op zoo'n advertentie hadden geschreven, ontvingen daarna bezoek van den bewusten persoon, die hen ƒ2.10 voor informatiekosten liet betalen en daarna niets meer van zich liet hooren. Op de door hem opgegeven adressen aan de Boompjes en in de Jan Sonjéstraat bleek hij niet bekend te zijn. Men zij gewaarschuwd.

Fraaie praktijken!

Opschudding in de Jan Sonjéstraat.

Gisterenochtend 16 december 1932 verscheen in de Jan Sonjéstraat een man met een bord op zijn nek waarop op beide zijden het volgende stond te lezen:

„Schuldbekentenis te koop, groot ƒ500 ten name van … (hier volgde de naam van een te goeder naam en faam bekend staand bewoner van de straat) … tegen elk aannemelijk bod”.

Buren bemoeiden zich met het geval en trachtten den man met het bord te overreden om weg te gaan. Zelfs boden zij een bedrag van ƒ100 aan om de schuldbekentenis in handen te krijgen en zoodoende het schandaal uit de wereld te helpen. Niets hielp echter.

De man verklaarde opdracht gekregen te hebben van de Provinciale Commissiebank aan de Ammanstraat om met het bord naar de Jan Sonjéstraat te gaan.

Bij informatie is gebleken, dat de zaak als volgt in elkaar zit:

Eenigen tijd geleden heeft de bewuste bewoner van de Jan Sonjéstraat bij de bank een bedrag van ƒ300 geleend en daarvoor een schuldbekentenis van ƒ500 geteekend. Het geld moest binnen 14 dagen betaald worden! Door tegenslag in zaken was hem dit onmogelijk en thans tracht de bank op deze manier het geld binnen te krijgen. Een, om het maar zacht uit te drukken, niet bepaald gebruikelijke manier!

De Centrale Recherche is van een en ander volkomen op de hoogte.

Politierechter

Een huis vol familie

Schoonmama is „de zure bom”

Plaats van handeling: de Jan Sonjéstraat, een pand met twee étages. De eerste étage wordt door mama met haar ongetrouwde dochter en zoon bewoond, de tweede étage door haar getrouwde dochters.

Deze drie gezinnen leven sinds lang op een gespannen voet. Zij treiteren en negeren elkaar van 's morgens tot 's avonds. Als schoonmama bijvoorbeeld naar haar radio zit te luisteren, wordt het plotseling verdacht stil in den aether…

Dan gaat de zoon de trappen op naar den zolder, klimt op het dak en ontdekt, dat de antennnedraad is doorgeknipt…

Er wordt dan op de tweede verdieping hartelijk gelachen. Er is vreugde.

Doet de familie op de tweede étage de straatdeur dicht, dan trekt de familie op de eerste étage deze weer open. Komen de schoonzoons hun schoonmama tegen, dan loopen ze haar bijna de trap af. Zij is hun nachtmerrie, de zure bom, die beiden onpasselijk maakt. Ook de vrouwen liggen met haar moeder overhoop. Kortom, dit huis vol familieleden is een huis van verschrikking.

Op een dag, dat de antenne doorgesneden was en de ongetrouwde zoon op den gemeencshappelijken zolder aan het herstellen was gegaan, was de schoonzoon-banketbakker naar boven geloopen… Er waren te voren reeds woorden gevallen en toen hij voetstappen op de zoldertrap hoorde en het grijze bebrilde hoofd van zijn schoonmoeder ontwaarde, zeide hij hatelijk:

— Zoo vuile… en toen volgde het verschrikkelijke woord… daar heb je dat oude loeder óók.

Gisteren 9 oktober 1940, toen dit beleedigingszaakje voor den rechter diende, vroeg deze aan den banketbakker, of hij iets tegen zijn schoonmama had.

— 't Is een serpent, antwoordde deze, maar dat ééne woord heb ik niet gezegd. Dat liegt ze.

Toen kwam schoonmama. Deze sprak steeds over „mijnheer mijn schoonzoon”. Toen ze op den zolder was gekomen, had hij gevraagd, doelende op den aan de antenne werkenden zoon:

— Ben je soms bang, dat ik hem opvreet?

— Als je soms honger hebt, kan je van mij nog wel een boterham krijgen, had schoonmama gerepliceerd.

— Die heb ik van jou niet noodig.

De rechter, die schoonmama de keuze had gelaten niet tegen haar schoonzoon onder eede te getuigen, gaf zijn poging daartoe spoedig op.

— Och ja, ik kan het me begrijpen, U wilt hier even uw hart luchten.

Ze praatte over haar getrouwde dochters. Nou ja… hier te kort en daar te lang…

De rechter sprak, dat in Amerika de filmsterren ook haar eigen leven leefden.

— Nu ja en toen had hij haar op die gemeene manier uitgescholden.

De banketbakker zat steeds ontkennend te schudden in de zondaarsbank.

— Zij heeft een groote fantasie, betoogde hij minachtend.

— U heeft geen eerbied voor uw schoonmoeder, verweet de rechter.

— Ik niet? Hoe kan ik voor haar hoogachting hebben? Elken dag ruzie.

Dan kwam de 19-jarige ongetrouwde dochter, die ook over haar zwagers en zusters een boekje open deed en ook zij had de gemeene scheldwoorden gehoord.

Maar de banketbakker had zijn vrouw meegebracht, die wel tegen haar moeder wilde getuigen, hoewel de rechter moeite deed er haar van af te houden.

— Want kijk eens, — legde de magistraat uit — het geldt hier slechts een bagatel en er komen hier méér vrouwen, die een meineed plegen om hun mannen te helpen en dan voor langen tijd naar de gevangenis verhuizen.

Deze dochter wilde echter getuigen tégen haar moeder, die haar man — zooals zij zich ladylike uitdrukte — „het vreten uit zijn muil had gehaald”. Maar de scheldwoorden had zij niet gehoord, dus mocht ze gaan zitten naast haar mama en zuster. Toen er nog een knoop bleek te zijn in het verhoor, moest ze opnieuw voor het hekje komen en daarbij mocht zij ook even haar hart luchten.

Maar de edelachtbare wist het niet wat voor moeder zij had. Was het niet verschrikkelijk om een dochter aan te wrijven, dat ze niet fatsoenlijk was? En dan door de heele buurt.

De „buurt” — vertegenwoordigd door talrijke Jan Sonjéstraatdames — stond op de tribune. Men genoot er.

De rechter veroordeelde den banketbakker ten slotte — conform den eisch — tot een tientje boete of vier dagen brommen.

— Dat is ongehoord, vond de banketbakker. Het zijn allemaal leugens van „mevrouw mijn schoonmoeder”. Ze liegt door de heele familie en staat er voor bekend.

Daarmede was dit gerechtelijk drama afgeloopen. De plaats van den banketbakker werd door zijn zwager ingenomen, die meubelmaker is. Ook hij had — met een kleine variatie — zijn schoonmoeder eveneens diep beleedigd in haar eer. Hij had er bij gevoegd:

— Je bent uit Amerika geknokt…

De rechter kon hem gelooven of niet, maar die schoonmoeder — intusschen voor het hekje getreden met vlammende blikken — stond daar nu wel poeslief, maar je moest haar in werkelijkheid eens zien. Dan keek ze zoo zedig niet, dat loeder.

De ongetrouwde zoon kwam bevestigen, dat hij den meubelmaker de woorden tegen zijn moeder had hooren uiten.

Rechter: — Heb je zijn lippen zien bewegen, toen hij de heerlijke woorden door den aether deed vloeien?

— Jawel edelachtbare. Ik heb het gezien. Toen kwam de banketbakker als getuige a décharge en gooide er een schepje op, natuurlijk ten voordeele van zijn zwager-meubelmaker.

Hij vertelde, dat er altijd herrie en schelden was en zijn schoonmoeder hem soms met een bezem te lijf wilde.

Hij mocht ook gaan zitten, doch koos een andere bank, zoodat hij niet op dezelfde zat als zijn gehate schoonmama.

Ook kwam de banketbakkersvrouw weer als getuige en opnieuw, hekelde zij het gedrag van haar moeder, die haar uitmaakte, waarvoor zij zélf was gescholden.

De rechter zuchtte diep en veroordeelde ook den meubelmaker wegens beleediging van zijn schoonmama tot eenzelfde boete.

Op den Noordsingel wachtten de familieleden elkaar op…

Het verdere verloop zal wel spoedig weer in de rechtszaal behandeld worden.

Wandelwagentje zonder hoes

Trampersoneel slaags met passagier

(Van een onzer verslaggevers)

Rotterdam, 22 juni 1964. — Gisteravond 21 juni 1964 ontstond in een tram op de Mathenesserdijk een vechtpartij, toen de 23-jarige conducteur N. Herbert uit de Jan Sonjéstraat aan een passagier vroeg een hoes over zijn wandelwagentje te doen.

De vechtpartij zette zich buiten voort, toen de conducteur politie-assistentie wilde vragen door in een telefooncel op te bellen. De bestuurder van de tram, de 38-jarige C.L. van Velzen uit de Lemkensstraat, kwam zijn collega te hulp, die daarop van de steeds bozer wordende passagier enkele klappen en schoppen kreeg, waardoor hij een pijnlijke rug en linkerkaak opliep.

Daar nòch de bestuurder, nòch de conducteur hun dienst konden vervolgen, is deze overgenomen door een andere bestuurder, die toevallig in de buurt was.

De passagier, de 30-jarige kantoorbediende S.W. A. uit Rotterdam, is ingesloten in het bureau Marconiplein.

Toeschouwer bij vechtpartij neergestoken

(Van een onzer verslaggevers)

Rotterdam, donderdag 26 februari 1970. — Een onbekende man heeft in de afgelopen nacht op de 1ste Middellandstraat de 45-jarige fabrieksarbeider G. R. met een mes in de buik gestoken.

De man stond om ongeveer één uur ter hoogte van de Jan Sonjéstraat met vrienden naar een ruzie te kijken tussen een man en een vrouw. Plotseling stoof de man op het groepje af en stak de fabrieksarbeider in de buik. Zijn twee vrienden waren weggerend. Een taxichauffeur heeft de gewonde man daarna naar het academische ziekenhuis Dijkzigt gebracht, waar het slachtoffer werd geopeerd.

Van de dader en de vrouw met wie hij ruzie maakte, ontbreekt ieder spoor. Hij was ongeveer 1,70 meter lang, had donker haar en was een zuidelijk type. Hij droeg een donkere overjas. De vrouw was gekleed in een zwart met wit gevlekte bontjas en had lang donker haar.

De recherche van het politiebureau Marconiplein verzoekt eventuele getuigen contact met het bureau op te nemen via telefoon 010-143144 (toestel 5154).

Politie doet inval illegale gokhuizen

Rotterdam (ANP) — De Rotterdamse politie heeft in de nacht van maandag 6 december 1976 op dinsdag 7 december 1976, geassisteerd door de mobiele eenheid, invallen gedaan in twee illegale gokhuizen, één aan de Aelbrechtskolk en één in de Jan Sonjéstraat. In totaal werden vijf mensen gearresteerd, drie exploitanten en twee croupiers, onder wie een vrouw. Er is ongeveer ƒ2.000 in beslag genomen. In beide huizen waren in het geheel 32 spelers aanwezig. Sinds medio vorig jaar 1975 treedt men in Rotterdam regelmatig hard op tegen de gokhuizen. Rotterdam is één van de gemeenten, die zich hebben aangemeld als vestigingsplaats voor een legaal casino.

Vijf arrestaties in illegale gokhuizen

(Van een onzer verslaggevers)

Rotterdam — Bij een inval in twee illegale gokhuizen heeft de Rotterdamse politie vannacht vijf mensen gearresteerd, speelmateriaal in beslag genomen en de hand gelegd op 8.000 gulden aan speelgelden.

Met assistentie van een mobiele eenheid deed de politie vannacht tegelijkertijd een inval in een gokhuis aan de Aelbrechtskolk en in de Jan Sonjéstraat.

In het eerste huis werden gearresteerd de eigenaren J.S. (25) en H.D. (33) uit Schiedam. Ook de croupier, de 47-jarige J.P., werd gearresteerd. In het huis waren ongeveer 15 spelers.

In de Jan Sonjéstraat waren veertien spelers op het moment van de inval. Gearresteerd werden de 20-jarige mejuffrouw M.I., die als coupier optrad, en de 28-jarige eigenaar J.B.

In beide huizen werd de speeltafel, de roulettebak en de drankvoorraad in beslag genomen. De inval is de tweede grote actie tegen gokhuizen in korte tijd. In juni van dit jaar 1976 werden bij een bliksemactie invallen gedaan in verschillende Rotterdamse speelhuizen.

‘Leuke bijverdienste’ in illegale gokclubs

(Van een onzer verslaggevers)

Rotterdam — „Het was een leuke bijverdienste,” zei de spontane Marga van I. (20) uit Rotterdam over haar werkzaamheden in illegale gokclubs. Daar was echter een einde aan gekomen toen de politie een inval deed in een pand aan de Jan Sonjéstraat, waar Willem B. (49) het rouletteballetje lustig liet rollen.

Marga van I., al eerder veroordeeld voor haar activiteiten in de Sporting Club aan de Eendrachtsweg, werkte in haar nieuwe club onder meer als barjuffrouw, stapelaarster en croupière. Zij verdiende er, volgens haar zeggen althans, 25 tot 50 gulden tip per avond mee.

„Het balletje heeft voor deze jongedame al eerder gerold,” aldus officier van Justitie mr. H.R.G. Feber gisteren 29 november 1977 bij de rechtbank. Kwam er vorig maal 500 gulden boete uitrollen, ditmaal eiste de officier 750 gulden. Marga van I., die haar vader (marktkoopman) helpt, zei alleen zakgeld te krijgen. De boete zou derhalve betalingsmoeilijkheden kunnen opleveren.

Haar raadsman mr. D. Hoedemaker concludeerde echter tot vrijspraak, omdat de Rotterdamse niet bedrijfsmatig zou hebben gehandeld. De exploitant van het gokhol, Willem B., liet verstek gaan. De officier eiste tegen hem, mede gelet op eerdere veroordelingen, twee weken gevangenisstraf. Hij vorderde voorts verbeurdverklaring van het in-beslag genomen speelmateriaal en het (vele) geld. Vonnis over twee weken.

Weedboer veroordeeld

Rotterdam — Boekhandelaar Thaddeus van der L. (27) uit Rotterdam, die tijdens het popfestival in het Zuiderpark ‘experimentele weed uit eigen tuin’ verkocht, is door de rechtbank veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf, waarvan drie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Er was vijf maanden, waarvan twee voorwaardelijk, tegen hem geëist.

De rechtbank legde twee weken gevangenisstraf op aan Willem B. (49) uit Rotterdam, die in de Jan Sonjéstraat een illegaal gokhol had geëxploiteerd. De man was al eerder voor een soortgelijk feit veroordeeld. Marga van I. (20) uit Rotterdam, die in het speelhuis diverse functies vervulde, kreeg — eveneens wegens voortgezet misdrijf — een boete van 750 gulden.

Man gebruikt hakbijl in bar

Rotterdam — De 32-jarige eigenaresse van een bar aan de Jan Sonjéstraat in Rotterdam is ernstig gewond in het ziekenhuis Dijkzigt opgenomen nadat een 55-jarige klant haar met een hakbijl had geslagen. De man, een inwoner van Rotterdam, is inmiddels door de politie aangehouden. De politie weet niet waarom de man de vrouw heeft geslagen.

Straatbewoners slaan alarm over poging doodslag, intimidatie en drugshandel

Mishandelingen, straatintimidatie, agressie en drugshandel; een groep bewoners van de Rotterdamse wijk Middelland smeekt de gemeente Rotterdam om actie te nemen tegen de volgens hen onveilige leefsituatie en het geweld in en rondom de Jan Sonjéstraat en de 1e Middellandstraat. Ze willen cameratoezicht of een samenscholingsverbod.

Ruim drie jaar geleden sloegen bewoners ook al alarm, toen vanwege doodsbedreigingen en ingegooide ruiten bij een straatbewoner. Volgens de bewoners is de situatie nu opnieuw geëscaleerd. Een poging tot doodslag op één van de bewoners heeft de emmer doen overlopen.

Schoppen

Deze bewoner zou door jongeren tegen de grond zijn gewerkt, nadat hij hen aansprak op hun drugshandel. Hij kreeg vervolgens schoppen tegen zijn hoofd en belandde volgens de bewoners met ernstige fracturen in het ziekenhuis. Het herstel gaat maanden duren, schrijven de bewoners.

De escalatie is volgens hen ‘het onvermijdelijke gevolg van het uitblijven van effectief ingrijpen en de jarenlange spanning tussen de bewoners en de agressieve en criminele groepen jongens en mannen op de hoek van onze straat’.

„De jonge mannen die dagelijkse op de hoek van onze straat te vinden zijn, staan hier met een duidelijk doel: drugsverkoop”, staat in de brief. „Wij als straatbewoners zijn talloze keren getuige geweest van de door deze jongeren openlijk bedreven drugshandel. Op straat, maar ook vanuit verschillende auto's en busjes, worden op klaarlichte dag, terwijl de kinderen uit de straat buitenspelen, meerdere transacties gedaan.”

Lantaarnpaal

Onder meer het sluiten van een kroeg en het plaatsen van een extra lantaarnpaal hebben volgens de bewoners geen effect gehad; de drugsverkoop gaat er onverminderd verder. Ook voelen jonge vrouwen zich geïntimideerd door seksistische opmerkingen vanuit de groep jongeren. Het gevoel van angst en onveiligheid overheerst bij de bewoners. Zij willen dat de gemeente het ‘hangen’ op de hoek van de straat onmogelijk maakt. ‘De maat is vol’.

Twee jongens van 17 en 18 jaar opgepakt voor breken van jukbeen van man die ze aansprak op dealen

Een jongen van 17 jaar uit Spijkenisse en een 18-jarige Rotterdammer zijn aangehouden door de politie voor het ernstig mishandelen van een man uit Rotterdam-West. Het slachtoffer sprak de jongens aan op dealen en werd vervolgens bewusteloos geschopt.

Het voorval gebeurde op 14 juli 2020 van dit jaar toen de man zijn woning verliet om op de 1e Middellandstraat een pakje sigaretten te kopen. Op de hoek van de Jan Sonjéstraat en de 1e Middellandstraat zag hij drie jongens staan. Volgens de man waren ze drugs aan het dealen.

Omdat hij dit niet wil hebben in zijn wijk, maakte hij een filmpje van de jongens. Zij zagen dit en vroegen hem ernaar. De man legde uit dat hij niet wil dat ze drugs dealen. De jongens wilden dat hij het filmpje zou verwijderen, maar dat wilde hij pas doen als hij met hun ouders had gesproken.

Bewusteloos

De jongens deden vervolgens alsof ze hem meenamen naar hun ouders en liepen via de Duivenvoordenstraat naar de Oostervantstraat. Daar sloten ze hem in. Ze probeerden zijn telefoon af te pakken en dreigden hem te slaan. De man legde vervolgens een van de jongens op de grond, waardoor hij zelf ook op straat kwam te liggen. De andere twee jongens bleven op het hoofd van de man intrappen totdat hij bewusteloos was. Omstanders grepen in, belden een ambulance en hielpen het slachtoffer. De verdachten gingen er ondertussen vandoor.

In het ziekenhuis bleek onder andere dat het jukbeen van de man was gebroken. Ook moest zijn voorhoofd worden gehecht. Door het politieonderzoek zijn de jongens op het spoor gekomen. Op camerabeelden werden ze herkend door een agent. Ze zijn afgelopen vrijdag 25 september 2020 opgepakt. De verdachten zijn afgelopen maandag 28 september 2020 voorgeleid aan de rechter-commissaris, die heeft besloten dat ze nog veertien dagen moeten blijven in afwachting van hun rechtszaak.

Onderschrift bij de foto Foto ter illustratie. © ANP

Inzet TPE voor mogelijke bedreiging met vuurwapen Jan Sonjéstraat Rotterdam

Op de Jan Sonjéstraat in Rotterdam is aan het einde van de middag een instap gedaan door het Team Parate Eenheid (TPE). Bij de politie kwam een melding binnen van een bedreiging waarbij mogelijk een vuurwapen gebruikt was.

Eén persoon werd in de omgeving aangehouden. Het is niet bekend of ook een vuurwapen is aangetroffen.