Wat gebeurde er op 29 november 1944?

Een klein stukje geschiedenis. Vooral bestemd voor de lezers die pas na de Tweede Wereldoorlog geboren zijn of toen nog niet in Nederland woonden. Het is 29 november 1944, tussen 11:20 en 11:31 uur. De Engelsen vallen met bommenwerpers onder meer het gebouw aan van de ‘Sicherheitsdienst’ aan de Heemraadsingel. Het gebouw is in gebruik bij de Duitse bezetter. De luchtaanval kost 61 mensen het leven, 39 gewonden worden in het ziekenhuis opgenomen. Uit 't rapport dat luchtbeschermingsofficier J.J. Verwey op 14 december 1944 schrijft over de luchtaanval: ‘Bij zeer helder weer werd ondanks hevig afweervuur door een onbekend aantal zeer snelle vliegtuigen van geringe hoogte en aanval gedaan op bepaalde punten in het stadsgebied van Rotterdam…’ Zijn rapport maakt melding van een blindganger van 500 kilogram, oftewel een duizendponder, ‘in den tuin achter pand nummer 31’ in de Bellevoysstraat. Een blindganger is een bom die nog niet is ontploft. Archiefspeurwerk in Engeland levert in 1987 op dat de luchtaanval is uitgevoerd door 32 Typhoons, Britse vliegtuigen, die enkele tientallen raketten en brisantbommen boven Rotterdam hebben afgeworpen.

43 jaar later

Een bewoner uit Middelland schrijft na overleg met de politie op 1 mei 1987 een brief aan burgemeester en wethouders van Rotterdam: ‘Binnenkort zal met de renovatiewerkzaamheden in de Bellevoysstraat worden begonnen. In verband hiermede lijkt het mij van groot belang U mede te delen dat in de tuinen een bom is gevallen, circa 2 tot 3 meter gemeten uit de achtergevel. Wegens ontploffingsgevaar mochten wij toen de panden voor een paar dagen niet betreden. Daarna is ons meegedeeld dat de bom in de grond weggezakt was. Wij hebben toen de woningen weer betrokken. Ik kan de inslagplaats nog aanwijzen. Met de te verwachten graafwerkzaamheden leek het mij nodig U van het toen gebeurde in kennis te stellen.’

Die brief vormde het begin van de grootste ruimingsoperatie die de Explosieven Opruimings Dienst ooit verrichtte.

Voorbereidingen vergden half jaar

Ruim 'n half jaar lang zijn de bewoners van de Bellevoysstraat en de Jan Sonjéstraat bepaald niet met rust gelaten. Eén huis moest worden gesloopt om de zware vrachtwagens, hijskranen en een heimachine in de achtertuinen van de Bellevoysstraat te krijgen. Dat zorgde voor een hoop kabaal. ‘Ze hebben ons niet zo'n klein beetje overlast bezorgd’, zegt mevrouw H.J. Ottenberg-van den Bosch. Zij woont al ruim vijftig jaar in de Bellevoysstraat, zeg maar naast de bom. ‘Wel moet ik zeggen, de mensen die er werken zijn ontzettend vriendelijk voor ons geweest. 't Moet nu eenmaal gebeuren, het is niet anders’, zegt zij. ‘We zouden tijdens het heien allemaal houten platen voor onze ramen krijgen voor de veiligheid. En toen we ze vroegen of ze daar luiken in konden zetten is dat ook meteen gedaan. Daar ben ik wel blij mee, want dan blijf je niet weken lang in het donker zitten.’

Onderschrift bij de foto Januari 1988, 'n heimachine slaat zware damwandplaten in de grond, nodig om een tien meter diepe kuil te kunnen graven. Rechts de geblindeerde woningen aan de Jan Sonjéstraat, links de renovatiepanden aan de Bellevoysstraat.

Onderschrift bij de foto Februari 1988, adjudant P. Schoots van de Explosieven Opruimings Dienst met het staartstuk van de Bellebom.